“Wil je mijn bultrug gaan halen?” Hij ligt in bad, zijn vader is bij hem. Volgens hem ligt de bultrug boven. Heel even schiet het beeld van een enorm zoogdier, de Megaptera novaeangliae, dat onmogelijk in zijn kamer past, door mijn hoofd.
Een plaatje van een bultrug duikt op in mijn gedachten met daaronder een stippellijn en de afmeting van het enorme dier eronder. Daarnaast een blauwdruk van ons huis met de afmetingen van zijn slaapkamer in dikke zwarte cijfers. Dat past nooit. Ik zie zijn staartvin al door het Velux dakraam steken en zijn zijvinnen door het zijraam en zijn kamerdeur. De dakpannen moeten haast wel in een bolling op het dak liggen, want zijn hele lijf vult de kamer en lijkt door de voegen tussen de bakstenen uit te barsten. Zijn grote baleinen zuigen het stof op uit de kledingkast als was het plankton of krill en zijn prachtige walvisgezang vult de hele bovenverdieping. Zachtjes deint zijn gigantische kop heen en weer en af en toe blaast hij een fontein onzichtbaar water naar buiten door zijn spuitgat, of spiraculum zoals het Latijns alles zoveel wetenschappelijker maakt. Zouden we een schoorsteen hebben dan zou de fontein daaruit spuiten en de hele straat beregenen. Het water druppelt uit de strengen nat haar op mijn hoofd die toch droog zijn. Een haast surrealistisch tafereel waar Salvador Dalì jaloers op zou zijn, enkel en alleen in mijn hoofd.
“Weet je het zeker?” vraag ik voordat ik een nutteloze trip naar boven maak, naar een ruimte gevuld met walvis. Ik vraag me af hoe een bultrug aanvoelt en zie voor me hoe ik de trap oploop en walvisblubber tegemoet kom. Is zijn huid zacht? Of juist ruw door alle zeepokken die hij heeft meegenomen op zijn jarenlange reizen door de oceanen van de wereld. Voelt het koud en nat? Of juist warm? Zakt mijn hand weg in die dikke vetlaag die zijn lichaam warm moet houden als hij op doorreis is door de koude wateren van de antarctische gebieden.
Boven vind ik zijn mini-versie van de bultrug, die met gemak in mijn hand past, precies waar hij zei dat ie zou liggen. Deze voelt koud en hard aan met zijn lijf van plastic. Deze blijft ook met gemak drijven waar zijn rolmodel meters diep kan duiken om alle kleine visjes uit het water te filteren.
Ik hou heel veel van hem hoor, maar meestal is hij wel een verstrooide professor die de sokken die voor hem op de grond liggen nog niet eens weet te vinden. Als ik hem een uur later naar boven stuur om het pennenblik te gaan halen wat op clandestiene wijze in zijn kamer is beland, duurt het een kwartier en twee keer teruggaan om die te vinden. Hij lag naast de bultrug waarvan hij wel de exacte locatie wist.
Nee, dan kun je beter mijn dochter hebben. Die weet precies waar alles ligt, ook al heeft ze het al drie weken niet in haar zicht gehad. Die weet haar sokken nog wel onderin een kast te vinden, weggestopt onder een stapeltje te klein geworden kleren die al een half jaar niet meer passen.
Dagelijks drijft hij ons haast tot wanhoop terwijl we staan te wachten tot hij heeft gevonden wat hij blijkbaar niet wil vinden. Want wat hij wel wil vinden, vindt kennelijk met het grootste gemak een plek in zijn geheugen. Wat nou verstrooide professor? Hoe zou het geheugen van de bultrug zijn? Raakt die haar kalf misschien stiekem regelmatig kwijt, maar vindt dat kalf haar met gemak terug omdat zij de voedselbron is met haar moedermelk? Diezelfde bultrug weet ook perfect te onthouden waar ze naartoe moeten zwemmen om voedsel te vinden of te paren. Maar die hoeft zich ook geen zorgen te maken over onbenullige sokken.
Je onthoudt wat belangrijk is voor jou, dat is wat ze altijd zeggen. En ja, sokken zijn evolutionair gezien niet heel erg belangrijk. Een plastic speelgoedwalvis ook niet. Maar voor een kind natuurlijk wel! Voor een kind is spelen van levensbelang, de manier om vaardigheden te leren die je helpen te overleven in je latere leven. Spelen moet! Spelen met poppen of auto’s, spelen met vriendjes, spelen met verschillende rollen zoals vader en moedertje spelen, spelen met letters en cijfers, spelen met stokken, water, stenen en zand, spelletjes spelen, spelen met muziek, spelen met blokken of lego, spelen met…….
Toen mijn zoon niet meer speelde, begon ik me zorgen te maken. Ik dacht ook gelijk aan het spelen wat ik niet heb gedaan. Ook daar maak ik me zorgen over. Heb ik dingen niet geleerd omdat ik niet speelde? Is er iets mis met mij omdat ik niet speelde. Wat was de reden dat ik niet speelde? Of heb ik juist heel veel gespeeld, alleen niet op de manier zoals anderen spelen. Ik speelde niet met poppen of auto’s, ik speelde niet met Lego en ook niet veel met vriendinnetjes. Ik speelde wel hele fantasieën uit in mijn hoofd terwijl ik naar muziek luisterde.
En nog! Dit verhaal typ ik terwijl ik naar Back in the water van Heav’n luister. Ineens een erg toepasselijk lied voor deze tekst. Dit verhaal is echt gebeurd hoor, van de kleine speelgoedwalvis tot het totaal niet spelen, maak je geen zorgen. Ik pen geen onwaarheden neer. Op de echte walvis na dan, dat is echt een figment of my imagination. Die lag niet echt levensgroot boven uit te drogen in de slaapkamer van mijn zoon, maar wel in mijn hoofd. En de speelgoedwalvis lag geheel tegen mijn verwachtingen in ook echt boven. Ik speel met gedachtes, ik speel met woorden, ik speel met muziek. Ik speel nog steeds, iedere dag.
https://open.spotify.com/track/5Xz9WrpVFnC25ieJd9hV89?si=uO-Dj6sTRNSAaiJSRtt0Og
You must be logged in to post a comment.