Beroepskeuze


Onbewust betreed ik een plaats delict, of een PD in vakjargon. Het duurt even tot het tot mij doordringt dat hier iets ernstigs heeft plaatsgevonden. Het is nog vroeg en mijn systeem is nog niet doordrongen van cafeïne, zal ik later ter verdediging inbrengen als de kruisverhoren worden afgenomen. Dan bemerk ik het tragische voorval wat heeft plaatsgevonden. Er ligt een lijk in mijn huiskamer. Meteen vuurt mijn brein een fiks aantal vragen op mij af. Wat is hier gebeurd? Was het moord, zelfmoord of een ongeluk. Was het doodslag, dood door schuld of moord met voorbedachte rade? Wanneer was het tijdstip van overlijden? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wat is het motief? Was het liefde, verraad of hebzucht? Is er een moordwapen en waar is die dan? Ik kijk naar de mogelijke daders, maar allemaal komen ze me even onwaarschijnlijk over. 

Het dringt tot me door dat ik bewijsmateriaal moet verzamelen nu de PD nog intact is. Foto’s nemen van het lijk en de omstandigheden waarin het zich bevindt. Foto’s van het moordwapen zullen lastig worden. Ik besef me goed wat het moordwapen is maar deze laat zich niet gemakkelijk fotograferen. Ik ben in rap tempo van rechercheur naar forensisch medewerker gegaan. En daarna zal ik me moeten ontfermen over iets wat de dader beter zelf had kunnen doen, het opruimen van het stoffelijk overschot. Ik word dan crime scene cleaner. 

De koffie is nog ver weg want dit moet allemaal gebeurd zijn voordat mijn tere zieltjes naar beneden komen. Die hoeven hun leefomgeving niet in deze staat aan te treffen. 

Ik hoor gestommel op de trap als ik even later mijn handschoenen uittrek. De klus is geklaard en nu voel ik me haast de dader die opgelucht ademhaalt omdat hij net op tijd klaar is met het uitwissen van zijn sporen. Bijna vier keer zo vaak is een man de dader van een misdrijf gaat er door mijn hoofd. Waarom dat juist nu door mijn hoofd gaat weet ik niet. 

De deur van de woonkamer zwaait open. Hij rent langs me heen zonder me te zien staan. Hij kijkt in het donkere water en speurt de bak rond, helemaal happy met zijn nieuwe aquarium. Eindelijk zwommen de vissen erin rond, na twee weken acclimatiseren met alleen maar planten. Helaas stond het licht nog niet aan dus hij zag nog niet veel. Hij zag dus ook niet dat er amper 24 uur na hun vrijlating in ons zorgvuldig samengestelde habitat, er één vis al niet meer rondzwom. 

Het moet nooit makkelijk zijn om nabestaanden te moeten informeren over een vroegtijdig heengaan van één van hun naasten, kon ik me zo voorstellen. Dus ik besloot het niet uit te stellen maar meteen de koe bij de horens te vatten. 

“Ik heb slecht nieuws, schatje. Ik heb vanmorgen een vis buiten het aquarium gevonden. Hij leeft niet meer, sorry”, zei ik onomwonden. 

Hij keek van mij weer terug naar het aquarium. 

“Oh. Welke vis was het?”, vraagt hij me nuchter alsof het een zakelijk onderonsje was tussen twee rechercheurs die aan een zaak werkten. 

“De olifantenvis.”, zeg ik gelaten. 

“Oh. Gaan we vanmiddag een nieuwe halen dan?”

Zo simpel kan het soms zijn in een kinderbrein, al had ik het me niet voorgesteld dat dit gesprek zo zou gaan verlopen toen ik vanmorgen vroeg het lijk in onze huiskamer aantrof. 

Terwijl ik mijn best deed om de bewijsvoering op een later tijdstip kracht bij te kunnen zetten, ging mijn hoofd naar een in tranen verzonken blonde jongen. Mijn zoon met het tere zieltje, die huilt als zijn zusje valt(die daar zelf dan gewoon om lacht, by the way) en die mank loopt als hij een snee in zijn vinger heeft. Ik bereidde me al voor op een tranendal van mijn gevoelige typje en een ceremonieel afscheid met een heuse begrafenis. 

Niets van dat al. Wel wilde hij het lichaam zien en de foto’s. Hij pakte het hele voorval op alsof het één van zijn geliefde Scooby-doo mysteries was. Misschien schuilt er wel een speurder in hem, al moet ik toegeven dat zijn talent om iets te zoeken op zijn zachts gezegd matig is. Schoenen blijven in dit huis spoorloos en een vermist stuk speelgoed kan hier niet rekenen op heel veel steun. Dan geldt toch vooral de 48-uurs regeling en daarna is niets meer vindbaar. Nee, ik zie hem niet werkzaam worden op de afdeling vermissingen tenzij het vermissingen moeten blijven. Het is maar hoe je dat bekijkt. Als je onvindbaar wil zijn, moet je bij hem zijn. 

Ik zie gelijk beelden opdoemen van een politiebureau in een heel andere hoedanigheid, waarbij vermissingen mensen zijn die onvindbaar willen blijven en de afdeling lopende zaken vooral criminelen helpt om op de vlucht en uit handen van de autoriteiten te blijven. Waar cold cases het ombrengen van gespuis behelst en waar surveilleren inhoudt dat de politie onder de tap gaat. Een organisatie die ook een forensische afdeling heeft, maar die helpt je dan om je van het bewijsmateriaal te ontdoen. Eentje waar het afzetlint niet gebruikt wordt om bewijsmateriaal in tact te laten maar om omstanders buiten te houden zodat ze geen getuigen worden. 

Ieder zijn talent, zal ik maar zeggen. 


https://open.spotify.com/track/0AwxXvGoYpioYfJeafgvTD?si=ZkjIAEm1Sri3ms4fxz7Lvw

Please follow and like us: