Met een bleek gezichtje stond hij daar. Hij was ineens een paar jaar jonger.
Hij keek nog eens met angstige ogen naar ons en weer terug naar de zwart geschminkte gedaante voor hem. Met zijn plastic zakje in de hand besloot hij dat de pepernoten te lekker waren om de stap niet te durven zetten. Hij besloot te gaan.
Zo besloot hij ook s’middags naar de Sinterklaasmiddag te gaan bij ons in het dorp. Mijn dappere dodo, mijn stoere strijder.
Wat ben ik trots op zijn onverschrokkenheid! In een bloedstollend snel moment werd hij weer jaren ouder.
Hij is dapperder dan ik op die leeftijd en zelfs dapperder dan ik op deze leeftijd ben. Ik had het toen niet gedurfd en nu nog niet. Maar hij trotseert het. Helemaal alleen en alleen gewapend met zijn lef. Als de nood hoog is, vindt je vaak wat je nodig hebt.
Want hij zit 15 km verderop op school, dus klasgenootjes komt hij niet tegen, zijn zusje mag nog niet mee en zijn beste vriend gelooft niet meer.
S’morgens had hij buikpijn en tegen papa begon hij erover.
“Je hoeft niet te gaan, schatje. Alleen als je het leuk vindt. En je kan altijd naar huis als je besluit dat het niet meer leuk is”
Terwijl het moment naderde dat de beste man aankwam in onze haven, steeg ook de spanning bij onze kleine man.
Hij stuiterde door het huis. Alles viel uit zijn handen en hij struikelde over zijn eigen voeten. Ik hield mijn hart vast.
Ondertussen puzzelde zijn zusje zich rustig in haar jas en gelukkig zat hij dit keer niet op zijn kop zoals de dag ervoor, toen ze verbaasd en lichtelijk geïrriteerd naar de ontzettend hoge kraag keek die ineens aan de jas leek te zijn gegroeid. Vragend probeerde ze, wat eigenlijk de onderkant van haar ietwat te grote jas was, aan de kant te duwen. “Waar is mijn capuchon gebleven”, en ze draaide zich rond en rond, als een hond die zijn eigen staart probeert te vangen, in haar zoektocht naar het onding. Die hing bungelend aan haar kont, net als zo’n poepzak bij een ingespannen paard voor een koets.
Probeer maar eens serieus te blijven op zo’n moment terwijl je haar probeert duidelijk te maken dat haar jas verkeerd om zit en zij hem absoluut niet uit wil doen omdat ze te trots is op het feit dat ze zelf haar jas heeft aangekregen. Dat is niet te doen, als ze in een hobbelgangetje, in standje rennen, aan komt draven met een gewatteerde felroze ondersteboven gedraaide jas. Zo trots als een pauw.
Ik heb haar even gelaten, zoekend naar haar capuchon en vechtend tegen een niet bestaande kraag.
Zodra we de deur uitstapte waren de zenuwen bij mijn zoon weg en de jas van mijn dochter weer omgedraaid. Hij ging op zijn missie en zijn blik stond serieus, doelbewust.
Zwarte piet was als eerste aan de beurt. Na wat aanmoediging stapte hij op hem af om zijn zakje te laten vullen met pepernoten. Daarna ging hij Sinterklaas een hand geven. Gezamenlijk liepen we naar het dorpshuis en tussen neus en lippen door vertelde hij dat deze Sinterklaas er wel erg raar uitzag in zijn gezicht. “Hij heeft allemaal spul op zijn wangen en zo”. Ik keek mijn moeder angstig aan en beide vroegen we ons af of hij het al door heeft en het spel meespeelt.
Met zijn papa aan de hand liep hij op de deur af. Een kus en een knuffel en weg was hij, opgeslokt door het gebouw waar alle feestjes van het dorp worden gehouden.
Hij werd beloond voor zijn heldendaad. Ik stond hem later die middag op te wachten bij de deur en hij kwam als laatste naar buiten. Zijn voorgangers kwamen met allerlei soorten cadeaus naar buiten. Enkele van hem hadden een dino in de hand en ik hoopte vurig dat er ook één voor hem bestemd was.
En ja hoor! Met een rood hoofd, bolle wangen van het snoep en een dino in zijn armen geklemd kwam hij naar buiten. Weer een puntje erbij voor het broodnodige zelfvertrouwen. Ga zo door schat!
[spotifyplaybutton play=”https://open.spotify.com/track/0ZXSiYRL0tg3Dejg643sl3?si=ahouJWmgSHKkf-aj2qH_cw”/]