Liggen er toevallig al pepernoten in de winkel of zo? Want mijn zoon heeft zich gisteravond luidkeels in slaap gezongen op zijn eigen zoetgevooisde klanken van “sinterklaas kapoentje”. Niet mijn idee! Ik ben dit jaar ook uit geheel onverwachte hoek overvallen. Normaal gesproken loop ik op een zonnige middag in september een supermarkt binnen om te struikelen over kruidnoten en chocoladeletters die uitdagend en provocerend pal naast de ingang zijn gepositioneerd.
Hij zal later wel de mastermind worden van het achterlijke complot van pepernotenbakkers en chocoladelettersmelters om ze al in augustus in de winkel te leggen. Hij doet het dan puur uit geloofsovertuiging, dat staat bij deze al vast. Een diepgeworteld geloof in het Sinterklaasverhaal en niet de duivelse marketingtheorieën van speelgoedmakers om hun producten aan de man te krijgen door een heel leger zeurende kinderen al in de nazomer in te zetten. Gewoon een aaneenschakeling van zijn meest favoriete momenten in het jaar, direct na de zomervakantie sinterklaas erachteraan. Om het leed te verzachten.
De stress schoot me gisterenavond wel om het hart toen ik die eerste klanken alweer hoorde. Veel te vroeg voor mij! Ik moet de strandstoelen en de parasol nog opbergen. Hier gaat de barbecue nog aan bij de laatste zomerse stralen. De hele nacht heb ik liggen woelen in mijn bed, met het deuntje in mijn hoofd en ruzie makend met mijn dekbed.
Wat moet ik ze dit jaar gaan geven? Met veel moeite heb ik iets voor de verjaardag van mijn dochter weten te bedenken en 80% ervan is voor haar spaarpot bedoeld. Als ze twee worden kom je nog weg met een envelop en een kleinigheidje, of met kleding.
Maar als je vier bent, verwacht je in December nu eenmaal cadeautjes, niet meer en niet minder.
Nu ben ik creatief genoeg om door het sinterklaasboek heen te bladeren en wat voor een vier en een twee-jarige uit te zoeken. Het probleem ligt geheel bij mijn kinderen en ik geef ze nu graag een keer de schuld. Ze spelen anders.
Ik denk dat ik dit jaar voor een set kleerhangers ga, voor de oudste. En voor de jongste kleren koop. Blijven we mooi in hetzelfde thema.
Want sinds kort heeft mijn zoon de vliegenmeppers als roeispanen en de wasmand als boot ingeruild voor iets met kleerhangers.
Ik kan uren mijmeren over wat voor scenario hij bij de kleerhangers heeft bedacht. Is hij aan het vissen? Speelt hij de rol van Andy in zijn dino-avonturen, die altijd in de problemen komt en een huis-tuin en keuken attribuut uit zijn rugzak trekt om daarmee zijn hachje te redden? Is hij dino’s aan het vangen?
“Ehh, hij loopt met een kleerhanger rond hè”, hoorde ik naast me van de week met de verjaardagsvisite aan tafel. Oke, misschien zijn anderen het niet gewoon dat hun kroost met dagelijkse gebruiksvoorwerpen rondspringt.
Hoe krijgt iedereen hun kids zover om met hun speelgoed te spelen in plaats van jouw spullen? Het is me een raadsel. Het is niet dat ik het niet geprobeerd heb, maar misschien ben ik te snel gestopt met waarschuwen dat het niet mag? Heb ik niet de ruggengraat om door te zetten, niet de langste adem, zodat mijn kinderen van mijn zooi afblijven? Of ben ik stiekem net zo creatief als zij en vind ik het heerlijk om ze zo creatief te zien omgaan met dingen die duidelijk een ander doel dienen? Vind ik het misschien gewoon heel normaal dat je niet met je speelgoed speelt maar met de wasmand, vliegenmepper of een kleerhanger? Werkt het zo ook in mijn hoofd? Ik heb vroeger in ieder geval niet gespeeld. Was dat omdat ik graag met de wasmand wilde spelen maar niet mocht van mijn moeder? En ik wél luisterde naar mijn moeder. Nee, nee dat was het zeker niet. Ik luisterde niet naar mijn moeder. Misschien was mijn moeder beter in volhouden? Diep van binnen weet ik dat de oorzaak daarvan dieper ligt. En op een vlak waar mijn zoon nu ook onder lijdt. En dat doodt creativiteit.
Ik kan in plaats van kleerhangers natuurlijk ook gewoon iets kiezen wat ik leuk vind, aangezien ze er zo op gesteld zijn om met mijn spullen aan de haal te gaan. Dat ik een goed boek inpak voor mijn zoon en voor mijn dochter een nieuwe set dweildoeken. Hebben zij hun felbegeerde cadeaus en ik wat ik nodig heb. Win win situatie, zeg ik.
Als ze een beetje op me lijken dan vindt de oudste dit jaar alle zorgvuldig verstopte cadeaus ‘per ongeluk’ en trekt de jongste de nepbaard van de beste man zijn kin af bij de intocht om er dan achter te komen dat sinterklaas al die tijd al naast ons woont en niet in Spanje.
Nee, ik kan misschien toch beter voor de kleerhangers gaan. Die kan ik in plain sight verstoppen in de klerenkast. Moet ik alleen nog iets verzinnen voor de jongste terrorist. Want die zie ik prompt in foutloos Nederlands vertellen dat ze deze kleren al eens in de winkel heeft gepast. En ook dan lijkt ze op mij.
Ik besef me nu ineens dat we het onszelf wel moeilijk hebben gemaakt door een leugen op te spelden van een man die nu inmiddels 1600 jaar oud is.
Heeft er iemand ooit rekening mee gehouden dat onze kinderen ons misschien wel voor de gek houden?
“Luister zussie, als we zeggen dat we heus wel weten dat die schimmel op zijn paard nooit 1600 jaar oud kan zijn, krijgen we ook geen cadeaus meer. En als we altijd de cadeaus vinden krijgen we dus kleerhangers. Laten we lekker meedoen met hun spelletje, dan zijn we beter uit”
Misschien moeten we ze gewoon vertellen hoe het zit. Creatief omgaan met de verandering die onderhevig is aan tijd. Dat wij die cadeaus geven in ere van een hele lieve man die lang geleden kinderen van de straat redde en ze overlaadde met cadeau’s. En dat als ze stout zijn en niet luisteren, ze geen enkeltje krijgen naar het heerlijke warme Spanje, maar kleerhangers. Ik geloof niet dat mijn zoon überhaupt geïmponeerd is van het dreigement naar Spanje te moeten. Ik denk eerder dat hij zijn koffer pakt nadat hij het weerbericht van Spanje heeft opgezocht. Het echte verhaal is ook veel mooier dan chocoladeletters en pepernoten in september.
Het verhaal van een man die al vroeg de hemellichamen uit zijn hoofd kende en al liep voordat hij baby af was. Een man met een groot hart. Die een beschermheilige was van schippers en kinderen. De reden dat hij met een boot aankomt. Het verhaal van een man die de drie dochters van zijn straatarme buurman een bruidsschat gaf in de vorm van door het raam gegooide bollen goud verpakt in een buideltje die in hun schoenen belandden. De reden waarom we een schoen zetten. Waarom we die vullen met chocolade munten. En waarom we de cadeaus inpakken in mooi papier. Over een man die vergevingsgezind was en slaven vrijkocht, die hem uit dank hielpen.
Dan kunnen we ongestoord sinterklaas vieren zonder discussies over pieten, zonder gesluip in de nacht en zonder doodsbange kinderen op schoten van mannen met nepbaarden. Dan hoeven we niet angstvallig te hopen dat ze zich met verstoppertje niet verstoppen in die ene kast. Hoeven we niet geheimzinnige taal uit te slaan en in codes te spreken. Dan hoeven we geen dreigementen te gebruiken om de totaal overspannen kinderen in toom te houden. Het gezichtje vervult zich met net zoveel plezier als ze hun gevulde schoen zien maar dan krijg jij een knuffel als dank en gaan de knuffels en bedankjes niet naar een vreemde met een nepbaard. Die houterig op een wit paard probeert te rijden.
In plaats van dat al, vertellen we een mooi verhaal over iemand die we allemaal wel een beetje na mogen doen.
Wees vergevingsgezind en geef gul aan je medemens. Ook al zijn het kleerhangers met een creatieve insteek.