“Mama, hoe heten pepernoten in het Engels?” Voor ik het wist was ik er al met open ogen ingetrapt, overdonderd door zijn vraag. Er is hier in huis nog geen pepernoot te vinden geweest. De keuken is ook niet gevuld met de overheerlijke geur van speculaas die in de oven staat te garen. En het is ook niet dat ik als een heuse banketbakker afgelopen zaterdagochtend vroeg uit de veren ben gegaan om pepernoten te bakken voor mijn lieve gezinnetje. Dit komt helemaal alleen op in zijn hoofd.
“Ze kennen geen pepernoten in landen waar ze Engels spreken”.
Ik hoorde de suggestie in mijn eigen antwoord. Dit gaat echoën in zijn hoofd. Dit gaat sudderen. Hij gaat zich afvragen waarom ze in Engelstalige landen geen pepernoten kennen. Komt Sinterklaas daar dan niet? Sinterklaas, iedereen kent hem toch?
Overrompeld zette ik nog maar een kop koffie voor mezelf. Moet ik hier al een draai aan geven? Maar gewoon opbiechten hoe het zit? Hopen dat hij het niet gehoord heeft, dat het overwaait?
Roerend in de dampende kop begint me wat te dagen. Is het een uitgekiend plan van mijn junior Mastermind? Of hangt hij gewoon de leergierige kleuter uit?
Zijn aanval legt dan in ieder geval een ongekend talent voor strategie bloot. Een tactisch inzicht dat mij totaal verraste. Hij heeft zijn plan dan namelijk al ver voor vandaag ingezet en alleen hij weet waar en wanneer zijn aanval precies begon.
Hij heeft nu al een paar weken een ongekende fascinatie voor de Engelse taal. (Ook voor Sinterklaas, wat aan de ene kant gek is want we mijden het onderwerp hier als de ziekte. Het zal wederom de leeftijd wel zijn) En gisterenavond begon hij tegen zijn vader over stokbrood. Uitgerekend zijn vader, die Engels spreekt van de kaliber make that the cat wijs en it’s raining pipe steels. Er wordt vanuit zijn kamer om mijn kennis geschreeuwd. MAMA?!
Ik loop de kamer in en zie zijn vader met het zweet op zijn voorhoofd opgelucht ademhalen dat ik hem kom redden uit zijn benarde positie.
Nu word ik thuis beschouwd als de wandelende Wikipedia. Iedereen heeft zo iemand in huis en hier ben ik dat, joepie. Alles wordt aan mij gevraagd in de veronderstelling dat ik het wel weet. Het feit dat mijn man ook op deze vraag geen antwoord kon geven, verstevigt waarschijnlijk helaas mijn positie.
Of ik weet wat stokbrood in het Engels is?
Eh….nee! Dat is een Frans product en volgens mij liggen die Fransen en Engelsen elkaar niet zo. Dus papa kan ook niet weten wat stokbrood in het Engels is. Daar vertalen ze niets wat Frans klinkt naar het Engels.
“Dan zal het vast wel stickbread zijn”, oppert mijn zoon mijmerend. Waar haalt hij ineens deze uitgebreide kennis van de Engelse taal vandaan? Wij wisten nog niet eens of hij ja en nee verstond in het Engels. De mini-gesprekken die niet voor kinderoren bestemd zijn zullen we maar niet meer in het gebrekkig Engels voeren, voor je het weet antwoordt hij in grammaticaal perfect Engels terug.
“Did you hear of the accident on the news today?”, vraag je dan terloops. Waarop je zoon dan antwoord: “Je zegt niet hear of maar hear about, mama”.
Nee, we hadden nog niets door toen hij, vlak voor bedtijd nog even tussen neus en lippen door, over stokbroden begon. Gewoonweg overdonderd door zijn plotse kennis van een andere taal dan Nederlands kusten we hem nietsvermoedend welterusten.
De volgende ochtend werden we pas wakker geschud. En niet door een enthousiaste 4 jarige die springend op je bed danst en wil dat we eruit komen. Maar door de vraag naar Engelse pepernoten die bij het ontbijt gesteld wordt.
Geen excuus weet mij hieruit te redden, ben ik bang. Geen verklaring als: “ach, die Engelse! Ze rijden ook al aan de verkeerde kant van de weg. En heb je wel eens in een Engelse auto gekeken? Het stuur zit ook verkeerd” of “anders heeft Sinterklaas het toch veel te druk, als hij ook nog alle Engelse kinderen moet verblijden met cadeaus op pakjesavond. Hij heeft met de kerstman afgesproken dat de kerstman de Engelse kindjes cadeaus brengt en Sinterklaas de Nederlandse kindjes.”
Ik hoop alleen één ding en dat is dat hij niet zijn vader achterna gaat op Engels taalgebied met zijn stickbread en straks misschien wel peppernuts.
Gelijk zie ik één, over woorden struikelende Jamie Oliver voor me, die achter een antiek Engels fornuis in het Nederlands met een Engelse tongval stickbread en peppernuts staat te bereiden. “Buiten regent het katten en honden maar binnen gaan we peppernuts maken. Een traditioneel klein rond cookie dat met Santerclaas gegeten wordt in the Netherlands. Hiervoor we use speculooskroiden. Wat? Speculaas, not speculoos? They also have speculoos? WTF is speculoos? Cut iemand wat slak, crazy dutch people, with your speculaas!”
Dat is wel een aflevering die ik wil zien van Jamie’s 30 minuten kookprogramma, bedenk ik lachend terwijl ik mijn kinderen aan het eind van een met pepernoten gevulde dag naar bed jaag. En om in mijn zoon’s interessegebied te blijven roep ik:” naar bed jullie, go go go!”
En dan hoor ik mijn dochter heel zachtjes “co co co”.
“Leer eerst maar Nederlands, kleine ukkepuk”, hoor ik mezelf denken. Maar dat zeg ik niet. Ik ben blij met alle vormen van taal die zij uitslaat. Beggars can’t be choosers.
[spotifyplaybutton play=”https://open.spotify.com/track/0ZXSiYRL0tg3Dejg643sl3?si=hAAWZ8nCSmqr1P3mbO2txQ”/]