“Hij is wel ehh………energiek”, vertelde ze me lachend. “En dan is ie bij ons nog rustig, of niet?” ging ze verder. Mijn zoon was een middagje spelen en werd thuisgebracht. Nog niet over de drempel van de voordeur of de energie spat er weer vanaf. Zo’n 1000 zettajoule of zo. Het spurt langs haar benen af met in zijn kielzog zijn vriend, totaal overrompeld door zoveel energie.
Ja, mijn zoon is een bommetje energie. Tomeloze energie. Allebei eigenlijk wel.
Einstein stelt dat energie gelijk staat aan massa die vermenigvuldigd wordt met de lichtsnelheid in het kwadraat of zoiets. Als ik naar de energie van mijn zoon kijk zeg ik: ja! Die man kan best eens gelijk hebben. Hij had vast kinderen zoals de mijne om daar zijn theorie aan te staven. Misschien heeft hij daar zijn theorie wel door bedacht. Twee van die ongeleide projectielen die door het huis stuiteren. Gelukkig gaan ze sneller dan het licht dus je merkt er weinig van. Behalve dan als er stilgestaan moet worden. Of gezeten. Want dat gaat dus niet als je zoveel energie in je hebt. Dan ga je wiebelen of steeds weer staan en zitten. Of je zet je energie om in schreeuwen of grommen. Maar vooral dat laatste is een ophoping van.
Nu wist ik in de buik al van hun energie af. Ik werd spontaan buikdanseres in mijn zwangerschappen. En waar mijn zoon soms een schrikbarende slaapdag hield, deed mijn dochter dat niet. Bij haar zat ik niet vol zorgen bij de verloskundige omdat er even geen activiteit was geweest in het binnenste van mijn buik. Nu nog steeds niet trouwens, die plotse energiestilstand dan. Gelukkig is ze allang uit mijn buik. Die kan nog slechter stilzitten dan haar broer. Zij kan echt letterlijk de hele dag rondjes door het huis rennen. Met of zonder wandelwagen. Die staat te dansen als oma aan het voorlezen is of wriemelt aan de bladzijden.
Ik geef ook graag toe dat ik, geheel pedagogisch onverantwoord, af en toe vooral mijn zoon voor de televisie zet. Of iets ongewoons geef om mee te spelen. “Hier, heb je een klerenhanger”.
Ik laat het af en toe ook oogluikend toe als ze de wasmand leegladen. Of de tuin omspitten. Of al het plastic servies uit de kast halen. Gewoon om een beetje rust. Of om een telefoontje te plegen. Want wat de relativiteitstheorie van Einstein niet meeneemt is de snelheid van geluid. En vooral met die lichtsnelheden hier, wordt er vaak door de geluidsbarrière gegaan.
Ik ben blij om te horen dat hij het bij een ander ook een beetje rustiger kan doen. Inmiddels werken, dan weer wel pedagogisch verantwoord, uitdagende projecten voor mijn zoon maar dan heb ik mijn dochter nog niet stil. Mijn zoon kan zich goed vermaken als ik zeg:” zoek maar wat dingen om te laten zinken of drijven”. Even hangt hij dan vol spanning aan de gootsteen die gevuld is met water om zijn eigen theorieën te staven. Maar dat is maar heel even en de energie bouwt zich toch op. Bovendien moet ik strak in de gaten houden of hij niet nieuwsgierig is geworden naar het drijfvermogen van de afstandsbediening of de IPad. Daarna gaat hij weer zijn razendsnelle gangetje maar vaak met geluid.
Dit alles is ook maar relatief. Want alles verandert plotseling als we in een bewegend voertuig stappen. Dan valt er een deken van Zen over mijn zoon heen. Die 1000 zettajoule die in zijn massa verstopt zit, heeft geen lichtsnelheid in het kwadraat meer nodig. Binnen tien minuten tijd vallen zijn oogjes dicht en staat zijn tijd even stil. Verandert alles voor hem van vorm in zijn dromen. Grote dromen worden klein, klein genoeg om grijpbaar te worden. En kleine dromen worden groot, groot genoeg om in te geloven.
Vroeger, toen zijn massa nog kleiner was, werd hij boos als je hem uit zijn tijd-ruimtecontinuüm haalde. Toen kon hij, ook met zijn geringe massa, regelmatig door de geluidsbarrière breken. Bewijs dat geluid langzamer gaat dan licht. Nu kan hij gelukkig ook hierin net zo snel schakelen als met de rest van zijn dimensies.
En mijn dochter? Die droomt weg met open ogen. Die verblijft liever in ons tijd-ruimtecontinuüm. De muziek mag voor haar een tandje harder en zij kijkt. Zij kijkt hoe alles om haar heen voorbij flitst met langgerekte vormen.
Gelukkig zijn die twee nog nooit gebotst! Dat zou een kernreactie zijn! Een meltdown van ongekende proportie. Genoeg natuurkunde voor één dag. Ik heb er ook niet voor geleerd dus waarschijnlijk kraam ik nog onzin uit ook. Behalve dan over mijn kids. Als het daarover gaat ben ík de Einstein. En kan ik zeggen: “Einstein, ook al is naar zeggen je theorie nog niet volledig uitgetest, hier wel hoor!” E=mc2(maal een keer of tien door de geluidsbarrière)
[spotifyplaybutton play=”https://open.spotify.com/track/5M2YD5hqOT1cIFJ8nIeN0U?si=HzZ_WZWDSgeepfF1Fs6VBQ”/]