Met haar kleine peuterhandje veegt ze de blonde lokken uit haar ogen. Maar steeds vallen ze eigenwijs weer terug naar de plek waar ze haar zo irriteerde. Ze probeert het nog eens, maar dan met een kleine wervelwind die wordt geproduceerd uit haar getuite lippen. De mini-orkaan mist zijn doel en brengt alleen verwoestende schade toe aan de berg tekeningen van haar broer. Gelukkig is hij elders en is een wereldoorlog gauw in de kiem gesmoord door het adequate optreden van mijn kant.
Maar oplossingen zijn in zicht ook al wordt haar blik nu geblokkeerd door het probleem zelf. Want eindelijk is het zover! Haar haren zijn lang genoeg. Er kan voortaan een staartje in.
Het staartje moet dan wel gestut worden met talloze speldjes en ik moet haast een bus haarlak leegspuiten om het enigszins de dag door te krijgen. Ik moet al mijn kapperskunsten aanwenden en ik overweeg een minicursus kappersvaardigheden. Want het heeft nogal wat voeten in aarde, zo’n gestut en verstevigd miniscuul staartje van weerbarstige eigenwijze blonde haren. Zodra je alle haren bij elkaar hebt gepakt in één handpalm, ontsnappen de eerste dappere vluchtelingen. Vol moed grijp je de voortvluchtige lokken om er daarna achter te komen dat de rest ontsnapt is aan jouw aandacht en die kans heeft aangegrepen om het ook op een lopen te zetten.
Maar volgens mij vindt ze dat gefrunnik met haar haren wel leuk. Iedere ochtend pluk ik haar uit bed met haar Tina Turner coupe. Ze heeft zo druk liggen draaien in bed dat het haar achter op haar hoofd een soort viltmatje is geworden. Dreadlocks in de wording. De rest staat recht overeind, gedragen door het getoupeerde stuk dat eronder ligt. De echte Tina zingt de longen uit haar lijf, met op de achtergrond het relaxte deuntje van Bob Marley die goedkeurend naar de dreads kijkt. Yah man!
Iedere ochtend verwacht ik een schreeuwsalvo van mijn dochter waar de maandelijkse luchtsirene jaloers op is, terwijl ik probeer om haar dunne haar te ontklitten voordat de dreads echt een feit zijn. Dat salvo blijft altijd verrassend uit. Iedere ochtend weer. Ze lijkt dat geborstel wel leuk te vinden. Ontspannen hangt ze tegen me aan terwijl ik de borstel toch door serieuze klitten moet navigeren. Ze pakt de borstel zelfs af om het zelf te doen. Ook oma staat verbaasd toe te kijken hoe ik de borstel door haar haren trek, vrolijk lachend terwijl ik tegen oma zeg dat ze het totaal geen probleem vind, dat geborstel.
Dat genot heb ik mijn moeder nooit gegund. Bij mij was het een ware kwelling. Ik schreeuwde wel de longen uit mijn lijf en nam het luchtalarm over toen de maandelijkse testen werden gestopt in 1989. Maar niet alleen op de eerste maandag van de maand. Dat onze buren nooit de politie hebben gebeld blijft mij een raadsel. Ik moet wel toegeven dat onze buren een doof zoontje hadden. Waarschijnlijk lag hun tolerantiegrens voor geluid hoger of putte ze plezier uit de herrie die ik voortbracht. Mijn moeder in ieder geval niet.
Mijn dochter is een meisjesmeisje en daarin lijkt ze totaal niet op mij. Ze mag veel van mij hebben geërfd maar dat deel van haar is mij vreemd. Ze is een eigenwijs meisjesmeisje en dat eigenwijze heeft ze dan wel van mij. Eentje die van poppen houdt, verrukt haar haren borstelt en die graag met een tas rondloopt!
Oh en die de hele dag schoenen past. Ze moet, zodra ze wakker is ook echt schoenen aan. Het maakt niet uit of dat crocs zijn of laarzen, instappers, gympies, slippers of een combinatie van schoenen, als ze maar iets aan haar voeten heeft. Ze zoekt ze zelfstandig op en komt er na een passessie mee aanlopen zodat jij ze alsnog bij haar aan kan doen. Sinds kort loopt ze ook op haar tenen alsof ze ons, uiteraard zonder woorden, probeert duidelijk te maken dat ze klaar is voor hoge hakken. Maar het kan net zo goed de nieuwste rage zijn onder peuters die middels geheimtaal via programma’s als Pingu, Teletubbies of Kiwi en Strit word verspreid.
Het zijn allemaal dingen die ik niet snap. De schoenen, het haren kammen, poppen en vooral tassen, ik snap ze allemaal niet.
Kan ik niet een meisjesmeisje-moeder inhuren? Eentje die zulke taken van me kan overnemen? Taken als poppen, make-up, jurken, haren vlechten, oorbellen, bloemetjesprints en zeker tassen. Ik krijg nu al hartkloppingen!
Ik kan ook een bureau opzetten en mezelf aan moeders van jongens verhuren en dat zij dan mijn meisje een vrouw laten worden. Die voor mij met haar schoenen gaan shoppen of tassen, die bij de drogist samen met haar kijken welke teint huid ze heeft om daar de make-up op aan te passen en die 2x in de week haar haren invlechten. Goed strak en veel haarlak zodat ik er geen omkijken naar heb. Ik krijg al de kriebels van mijn eigen dunne eigenwijze haar, laat staan die Tina turner coupe van haar.
Dan neem ik de jongens wel op me met hun dino’s, modder en ingewikkelde technisch Lego bouwwerken. Een kort kapsel waar wat gel in moet kan ik nog wel aan.
Of ik huur een au pair in!
Het voordeel van een allesverlammende angst is toch wel dat je er erg inventief van word als de eerste schrik weg is en jij je weer kan bewegen.
Maar zover zijn we nog niet en ondertussen loopt mijn dochter dus wel met een tas halverwege haar onderarm parmantig rond waarbij ze haar arm opgeheven houd om de tas niet te verliezen. Onderwijl duwt ze een poppenwagen voort. In die poppenwagen heeft ze haar pop zorgvuldig ondersteboven neergezet met daarnaast een haarborstel. Ze mist alleen de hakjes nog, die haar look compleet moeten maken want nu loopt ze met één croc aan en één laars.
Zelfverzekerd loopt ze rond, alsof ze me tart, de spot met me drijft! “Luister mam, ik heb met oma gesproken en die heeft eens even een boekje open gedaan over jou kindertijd!” Alsof haar enige doel in het leven is om mij met mijn neus op die feiten te drukken. Ze leeft er ook naar, met alles wat ze doet, herinnert ze me aan mijn niet zo meisjesachtige aard.
Ik heb Barbies gehad maar na herhaaldelijke onenigheid over mijn overduidelijk onderontwikkelde opruimskills, kreeg ik steevast een ultimatum. Of alles opruimen, of het ging de vuilnisbak in. Ik koos gerust en zonder te verblikken of verblozen voor het laatste. Uiteindelijk heb ik ze verkocht en het geld heb ik aan cd’s besteed. Ik heb ook ooit wel een poppenwagen van mijn oma gekregen maar die is nooit verder dan de gang gekomen.
Ik was (en ben nog steeds) geen meisjesmeisje. En dat verbaasd, denk ik, niemand. Geen make-up voor mij, geen overdaad aan schoenen (helemaal geen hakken), geen tassen of ingewikkeld vlechtwerk in mijn haar en geen jurken.
Maar goed, nu loop ik dus na jaren alsnog met een poppenwagen over straat. Met tas! Want buiten de deur laat mijn dochter alles al gauw vallen. Binnen loopt ze het vuur uit haar schenen met die kar, maar zodra dat ding zonlicht ziet laat ze hem los om eenzaam verder te rollen en tegen de auto van de buurvrouw tot stilstand te komen.
Misschien mist ze een goed voorbeeld op dit gebied.
En dan wil ze straks zeker ook nog een make-upje! En hakjes dus.
Nu leer ik gelukkig vrij makkelijk en in een hele korte tijd maar misschien dat dit zelfs mij boven mijn pet gaat.
Mijn bureau gaat rent-a-boysmom heten, een uitwisselproject voor moeders. Terwijl mijn hoofd al gedetailleerde plannen maakt om een dergelijk bureau op te zetten komt ze binnenstappen na een middagje met opa en oma en haar stoere broer. Haar armen zitten vol plaktatoeages en haar laarzen zitten onder de modder. Opgelucht schuif ik al mijn plannen weer van tafel.
[spotifyplaybutton play=”https://open.spotify.com/track/1LOZMYF5s8qhW7Rv4w2gun?si=bKsj0JZCTquumSXKAnVYHw”/]