Mistroostig stonden we voor de gesloten poort. Midden in zijn vakantie en aan het begin van de mijne. Dan hadden we het maar vast gehad. Het is dat er een hittegolf heerste anders had een voor Nederland zo welbekende zomerse regenbui niet misstaan bij ons humeur. Dan had het plaatje compleet geweest, schuilend onder een paraplu terwijl het water er in straaltjes vanaf liep.
De hele weg ernaartoe had hij gehuild. Pas toen oma instapte klaarde zijn bui iets op, maar mijn hart bleef gebroken.
Het leek hem s’morgens nog wel een goed idee, om oma vast zijn nieuwe school te laten zien. Want ja, oma moest wel de weg ernaartoe weten als ze hem in de ochtenden brengt.
Terwijl hij verloren tegen een steentje aanschopt, probeer ik de zonnige kanten te vinden aan onze rigoreuze, gehaaste maar ook hoognodige beslissing. Dat zou niet moeilijk moeten zijn op zo’n zonovergoten dag. Toch valt het me vies tegen.
Het steentje dat hij weg schopte, belandt verderop naast wat een kluwen takjes lijkt. Hij ziet het hoopje ook en met het kleine beetje nieuwsgierigheid dat er nu nog over is bij hem, dat nog niet is gedoofd, besluit hij eropaf te stappen. Het blijken hazelnootjes te zijn. Het tovert een instant smile op zijn gezicht. Hij vindt hazelnoten heerlijk! Nog nooit had hij gezien hoe ze groeien maar nu dus wel. In een harde schil met een paar hazelnoten bij elkaar, omringd door een bosje van een soort stro. Het zijn de vruchten van een Corylus zoals zijn Latijnse naam luidt. Hij heet in gewoon Nederlands hazelaar en niet een hazelboom zoals je misschien zou denken.
Het onderwijspotentie van deze school ligt nu al veel hoger dan de vorige en dan is er nog geen lerares aan te pas gekomen. Dan staan we nog maar buiten voor een gesloten poort. In 10 minuten tijd heeft hij al meer geleerd dan een half jaar op zijn oude school.
Wie mij gaat vertellen dat kinderen vooral moeten spelen en nog niet zozeer leren op school, zal ik haarfijn uitleggen waarom dat niet zo is. Zij mogen dan misschien om een heerlijk exemplaar blijken te beschikken dat voldoende leert in het normale lesplan en thuis vervolgens alleen maar speelt. Mijn exemplaar verveelt zich echt dodelijk op school en dat zorgt er juist voor dat hij thuis lethargisch wordt. Helemaal niet meer speelt.
Verderop vindt hij ook nog een insectenhotel. Zijn humeur gaat met de minuut meer op het weer lijken, stralend.
Pas 4 en nu al toe aan een tweede school. De snelle rekenaars onder ons, krabben zich nu achter de oren. 4 jaar en een nieuwe school? We gaan zeker verhuizen? Of de vorige school is afgebrand?
Nee, er is geen brandweerwagen voor de oude school gestopt en de verhuiswagen staat niet in onze straat. We wonen te graag in het dorp waar we wonen. Dichtbij onze familie en vrienden. De geboortegrond van mijn man en inmiddels ook van mijn dochter. Voor de minder snelle rekenaars onder ons, dat is 50%, een status quo qua geboortegrond( leuke zin trouwens haha, struikel niet!) ik kan dan de hond meenemen in deze berekening want de slimmerds in ons gezin kunnen alle mogelijke redenaties meenemen in een oordeel. Ik ook! De hond is in hetzelfde dorp geboren als waar we wonen en laat daarmee de balans uitslaan richting geboortegrond. Er zijn teveel inheemsen in ons gezin. Gelukkig zijn er geen verhuisambities.
S’avonds komen alle zorgen eruit. Ga ik daar wel vriendjes krijgen? Ja hoor! Een van jouw grote talenten is vriendjes maken. Alleen gaat dat wat stroever met leeftijdsgenootjes.
Want je was mateloos populair, viel me op als ik met je over het schoolplein liep, als een soort popster leverde ik je af op school. Het is dat je niet wil laten zien dat je al wel kan schrijven en dat je absoluut niet van tekenen houdt, anders zou je een dagtaak hebben aan handtekeningen zetten. Dat werd nu opgelost door high-fives en boksen. Maar dan vooral met grotere kinderen. Hoe je die populariteit hebt verworven geeft me te raden. Je hebt er net een half jaar rondgehuppeld en contact tussen de onderbouw en bovenbouw is gering.
Maar ondanks die populariteit schrik jij s’nachts wakker. Intens verdrietig want niemand op school begrijpt jou. En dat begrijp ik dan weer wel, helaas, dat onbegrepen gevoel van jou.
Niemand begrijpt dat je niet eng wil overkomen, maar dat jij je verveelt en een dino aan het nabootsen bent. Je wil graag dat de ander raadt welke dino dat is.
En je doet dat toch echt met veel verve! Je handen verdwijnen haast onder je oksels als je de T-Rex nabootst, met je vingers als klauwen uitgespreid. Want een T-Rex had kleine voorpoten, niet zulke lange armen als jij en de verhoudingen moeten voor jou wel kloppen. Een diepe grom ontsnapt je keel, als een grunter komt er donderend een diepe lage whah! vanuit je tenen omhoog. Voorovergebogen met een gekromde rug en een uitgestoken nek, kijk je rond op zoek naar je prooi. Behoedzaam baan jij je een weg door het huis. De daadwerkelijke aanval bewaar je alleen voor ons gelukkig. Maar iedereen zou je eigenlijk moeten vertrouwen want zo’n dergelijke aanval eindigt altijd in een knuffel. Helaas snapte ze dat juist niet op je oude school. Ze snapte ook niet dat jij je al erg aanpaste, want op school was je de bekende T-rex zodat ze meer kans maakten op een goed antwoord maar thuis ben je de minder bekende Allosaurus of de Carnotaurus maar die laatste ben je alleen als je echt in vorm bent.
En ook op je nieuwe school zal de dino thuis moeten blijven. Je legt namelijk je ziel en zaligheid in zo’n dino impressie en dat maakt jouw dino intenser en levensechter dan alle andere dino’s. En dus ook enger voor andere kinderen. Onbegrijpelijker.
Jij moet overal een -er achter zetten en het in dat licht gaan zien, kleine held.
Jij bent verdrietiger als Arlo zijn vader verliest in The Good Dinasaur. De eerste keer moest ik je troosten. Maar je bent ook enthousiaster als Arlo een vriendje vindt en thuiskomt na een lange avontuurlijke reis. Zo enthousiast dat het gepaard moet gaan met gillen en opspringen, door het huis rennen en op de bank springen. Zoveel energie neemt dan bezit van je, dat kan niet langer meer in jou verblijven. Dat moet eruit. De buurvrouw vraagt regelmatig wat er soms aan de hand is. Niets, mijn zoon kijkt gewoon een film!
Nog eventjes vakantie en dan gaat het circus weer van start. Ik bereid me vast voor op getreuzel en onderhandelingen. Op tranen en boze buien.
Ik hoop dat deze school ziet dat jij al snel klaar bent met groep 3 en al voor de kerst met groep 4 moet beginnen. Dat zelfs dat eigenlijk nog te laag gegrepen is voor jou. Dat jij dan thuis weer gaat spelen zoals je na een lange zomer nu eindelijk wel weer speelt.
En dat zij dan een onderzoekend, nieuwsgierig, behulpzaam, liefdevol en zelfstandig jongetje gaan zien in hun klas.
De zomer heeft je die fijne eigenschappen weer doen gebruiken. Omdat wij daar aanspraak op maken. Omdat wij, hoe hard het ook klinkt, je weigeren te helpen met vaardigheden die je allang kan. Omdat wij weigeren je als 4 jarige aan te spreken. Dat jij dan pas rustiger wordt. Dat jij dan pas weer uit bed wil komen s’morgens. Dat jij dan s’nachts wel weer slaapt omdat je hoofd niet meer gevuld is met natuurrampen, brandgevaar en de dood, maar dat die plaatsmaken voor cijfers, letters en sommetjes, voor zonnestelsels en eilandmakende vulkanen. Dat dan pas de dino gaat slapen.
De slogan die de belastingdienst gebruikt, blijft steken in mijn hoofd. Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker.
Ik hoop op het tegengestelde. Ik geloof in mogelijkheden.
Als we het leuker willen maken, moet het moeilijker.