Rookgordijnen

Ja! Daar was ie! De glimp. De glimp die niemand ziet. Het was een heel kort moment. Een breuk in de illusie die zijn systeem ons probeert te laten geloven. Soms geeft het leven je net genoeg hoop om alle kracht vanuit je tenen omhoog te sturen naar de toppen van je vingers die zich wanhopig om het randje van de kloof hebben geklemd en uit alle macht proberen vast te houden wat een ander al lang had laten schieten. 

Maar ik zag hem, die glimp. Hij boog voorover omdat wat ik hem nu vertelde, toch wel heel interessant was. En nu houd ik vast met meer hoop dan een ander ooit kan opbrengen. 

Het is alsof ik al een tijdje naar een show van de grote Houdini kijk. Een magistrale illusie van iemand die onder onze ogen verdwijnt. Waar is hij nu? Net zat hij nog, in kettingen gewikkeld, opgesloten in een kooi. Je weet dat het niet kan en toch gebeurd het. Achter alle rookgordijnen, aan de andere kant van het podium waar de illusionist je aandacht van probeert weg te houden, daar gebeurt het. Daar is de echte show te zien. Daar is iemand stiekem aan het werk. Niemand ziet het sleuteltje in zijn mouw verstopt. Niemand ziet de weggewerkte dubbele bodem. Of de levensechte pop die moet suggereren dat er benen afgezaagd worden. Niemand ziet die vrouw die als een slangenmens zich in de kleinste ruimtes weet te frommelen. Niemand ziet het harde werk dat met zo’n productie gemoeid is. Maar ik wel. Ik zag een glimp van metaal glinsteren onder de mouw. Ik zag het luikje dichtvallen. Ik zag dat de benen nep waren en ik weet dat anderen leniger kunnen zijn dan mij. Ik zag het gerommel in de coulissen. 

Zo moet je het ook beschouwen, denk ik. Als een grootse show vol illusies waar jouw hoofd niet bij kan. Het is een prachtig staaltje werk. Je moet je niet bedondert voelen maar aanvaarden dat iets je zo geweldig kan laten geloven in iets. Een ongekend talent om je te laten geloven in iets waarvan je hersens weten dat het onmogelijk is. 

Mijn zoon bezit dat talent. Hij kan je laten geloven dat er voor je ogen een helikopter in het niets lijkt te verdwijnen. Hij houdt je aandacht weg van de plek waar het allemaal gebeurt. Dat doet hij heel kunstig, maar ergens moet geoefend worden. En dat is thuis. 

Ik kreeg een telefoontje een tijdje geleden. Van de fysio. Ze wilde een stapje terug doen. Hij had een te korte concentratieboog en kon zijn aandacht niet bij het schrijven houden dus wilde ze terug naar kleuterniveau. Terug naar het begin dat hij allang niet meer interessant vindt. Continu probeerde hij de aandacht af te leiden. Wat eet jij vanavond? Waar ga je met de vakantie naartoe? Heb jij huisdieren? Hij liet een vragenvuur op haar los. Een rookgordijn dat zijn werk effectief doet. Zij gelooft zijn verhaal en er komt daar geen pennenstreek meer op het papier. 

Zelf gelooft hij zijn eigen illusie nog het meest. Hij is gaan geloven wat anderen vinden dat hij niet kan. 

Ik las ooit een interview met een vrouw die langdurig in hongerstaking was geweest. Het lichaam gaat op een gegeven moment zelfs voedsel weren. Het gaat braken als er plots weer eten in de maag komt. Hervoeding schijnt een langzaam proces te zijn. Zelfs als ze honger had, kon ze niet meer eten. Ze moest zichzelf dwingen om te eten. Gek eigenlijk, dat je lichaam schuwt wat het juist zo hard nodig heeft. 

Mijn zoon staat al jaren op een intellectueel dieet. Dat dieet is overgegaan in een intellectuele hongerstaking. En nu hij sinds jaren weer wat aangeboden krijgt, braakt zijn lichaam die broodnodige intellectuele voedingsstoffen uit.

Dat betekent niet dat we hem niets meer moeten aanbieden. Alleen dat het even duurt voordat zijn systeem die voedingsstoffen weer accepteert. 

Na het telefoontje zaten we op school. Voor een gesprek. Over concentratie, over niveau, over teruggaan naar groep 3 nu hij op de drempel naar groep 4 staat. Maar vooral ook over de illusie waar hij zelf zo in is gaan geloven dat het hem heeft overtuigd dat hij dood beter af is. Dat uithongeren de beste weg is. 

“Thuis schrijft hij gewoon hoor! Iedere dag oefent hij”. Vanaf de overkant van de tafel werd ik vol ongeloof aangekeken. Hoe krijg ik voor elkaar wat niemand lijkt te lukken? Een lachje ontsnapte aan één van de gezichten. Of ik niet op school kan komen. Ja dat kan! Als niemand behalve ik hem over die grens kan helpen om intellectueel weer te gaan eten, dan kan dat. Maar we gaan niet terug! We blijven hier. We blijven waar we zijn, in deze klas, met deze juf en op deze school. Omdat hij hier hoort. Omdat hij dit kan. Omdat hij ondanks de rookgordijnen hier wil zijn. Zijn systeem is alleen te lang zonder geweest, dat het nu schuwt wat het zo hard nodig heeft. 

Ik snap hem wel. Hij leidt de aandacht af, weg van het toneel waar het gebeurd. Waar de frustratie heel groot wordt in een intens brein. Waar de uiting nog grootser is door intense emoties. Want dat is wat voor mij dé indicatie is van een uitzonderlijk hoogbegaafd kind. Die intense beleving. Niet het intellectuele kunnen of de hevige problemen. Alles ligt voor mij in die intense beleving. En die beleving uit zich net zo intens als hij is. 

Iedere dag schrijft hij, huilend en schreeuwend van boosheid. Niet omdat hij moet van mij, maar van hemzelf. Omdat hij weet dat het moet om te leren. Omdat hij het wil leren. Hij haalt zijn gekleurde pennen, zijn dino encyclopedie en zelfs zijn oefenschrift van school en dwingt zichzelf om te eten ondanks het protest van zijn systeem.

Maar nergens voelt hij zich veilig genoeg om die intense gevoelens te uiten. Nergens voelt hij zich veilig genoeg om die grens op te zoeken bij zichzelf, die grens die die intensiteit allemaal oproept. Niemand mag zien dat zijn systeem braakt.

Voor mij is het makkelijker dan de mensen die hem nu moeten helpen. Ik heb iets wat al die kenners, professionals en besluitnemers niet hebben. Ik heb de herinnering aan mijn zoon. Ik heb de herinnering aan een jongen die aandachtig kon luisteren, die aandacht had voor anderen en ze wilde leren kennen. Ik heb de herinnering aan een jongen die uren geconcentreerd kon kijken naar iets. Ik heb de herinnering aan de jongen die ondanks frustraties doorzette. Ik heb de herinnering aan een jongen die omringt was met boeken. Ik heb de herinnering aan een jongen die alles zelf wilde leren. Ik heb de herinnering aan een jongen die was wie hij was en niet een jongen die wilde zijn wat iedereen van hem wilde. Ik heb die glimp. Ik kan voorbij de rookgordijnen,  dubbele bodems en verborgen luikjes kijken omdat ik Houdini ken zoals hij was voor al die illusies. Ik heb die glimp.

Please follow and like us: