Pandadroom

Wu wen en foe yonh hai, ehh nee ying xi. Of was het Wi Wan en Xang Yo? Jing We en Xu Wang? Oh nee het is Xing Ya en Wu Wen. 

In ieder geval, we hebben de panda’s gezien. Nou ja, gezien is wat overdreven. Een glimp van opgevangen. 

Ik weet dit want er zijn foto’s. Er is bewijs van de illustere panda’s. Zelf heb ik er eentje gezien toen hij even tijd had tussen het kauwen van bamboe door. Je hebt het best druk hoor, als panda. Je moet dus tussen het bamboe pellen door zorgen dat je uit zicht blijft van de bezoekende mensenmassa. En dat is best lastig met een zwart-witte vacht tussen al dat groen. Je zou zeggen dat het pooldieren zijn maar zelfs in een sneeuwwit decor val je best op met die grote zwarte vlekken. Kleine dwaling van moeder natuur, daar zullen we het maar op houden.

Ik denk niet dat de panda’s weten dat er glas tussen hun en ons in zit en we ze dus niets kunnen doen. Dat ze zich niet hoeven te verstoppen want er dreigt geen gevaar. Of panda’s zijn van nature gewoon erg gesteld op hun privacy, dat kan ook. 

Want ik weet niet hoe jullie een dierentuin ervaren maar doorgaans sta ik voor een leeg verblijf te staren, op zoek naar het dier dat vermeld staat op het informatiebordje. Want mijn zoon moet het beestje wel gezien hebben, eerder gaan we niet verder. En ik kom niet weg met een smoesje als: ze zijn even eten of zo. 

Bij het horen van een of zo, krijg ik gelijk een hoezo te horen. “Hoezo of zo?” 

“Weet je niet of hij aan het eten is?”

“Nee want ik zie hem niet.”

“Is ie ontsnapt dan?”

“Dat denk ik niet.”

“Dat denk je of dat weet je?”

“Dat weet ik.”

“Maar dan moeten we hem toch zien?”

“Hij zit goed verstopt.”

“Waar dan?”

“Nou, als ik zag waar hij zat, dan zat ie niet verstopt, toch?”

“Misschien is ie gewoon slecht in verstoppen?”

“Nou nee want we zien hem niet.” 

“ Waarom niet?”

Dit kan uren doorgaan. Je bent sneller klaar met het zoeken van het desbetreffende dier, geloof me. 

En mijn zoon stelt niet als doel dat hij alle dieren moet hebben gezien maar dat hij de dieren waarvan hij voor het verblijf heeft gestaan ook daadwerkelijk gezien heeft. Als je ons niet in je dierentuin wilt hebben zet je bij de entree van je park een terrarium neer met een goed gecamoufleerde boomslang en daarbij een bordje dat leest: woelmuis. Zijn we de hele dag zoet. 

Maar goed, Wi Wang en Ping Xi. Nee nee, Wu Wen en Xing Ya. Gelukkig kun je bij de Chinees gewoon een nummer opnoemen en geven ze je dan een hele rijsttafel mee. 

Terwijl ik aan mijn caffeineboost zit, komt Bamboe Bill op zijn elektrisch aangedreven golfkarretje voorbij gescheurd. Het voertuig is zo vermomd dat het op een safari jungle jeep moet lijken. Maar dan eentje die maar 30 km/u haalt. 

“Wu Wen is buiten!”, kraakt het opgewonden door de megafoon. Om mij heen worden gehaast stoelen aangeschoven en iets te hete koffie naar binnen gegoten. Binnen no time is het terras leeg. Goede truc trouwens als je op een vol terras een plekje probeert te bemachtigen. Het werkt denk ik alleen in dit park, dat moet ik er wel bij zeggen. 

Waarom schiet iedereen in vredesnaam zo gehaast weg? Is het codetaal voor een op hol geslagen kudde olifanten of zo? En heb ik die memo op het informatiebord bij de ingang gemist. Hebben ze een foldertje met de verschillende codes en hun betekenissen bij de plattegrond gevouwen die ik niet heb aangenomen omdat ik met mijn handen vol met kinderen, tassen en allerhande ander gerei stond. Als Bamboe Bill voorbij komt gesukkeld in zijn junglejeep en opgewonden Wu Wen roept, zoek dan dekking! 

Nee, het blijkt dat één van die panda’s buiten is gesignaleerd. Met filmpjes van koddige pandabeerwelpjes die het leven van hun verzorgers onmogelijk proberen te maken door ze dood te knuffelen in mijn achterhoofd, maak ik me meteen een stuk minder zorgen. Ach, Wu Wen is buiten, zo’n vaart zal het wel niet lopen. 

Maar we moeten dus toch haast maken. Niet omdat die knuffelige panda ontsnapt is maar omdat ie in het buitenverblijf is. Oké?! Dat is dus kennelijk niet waar de panda zich normaal begeeft, daarbuiten. Met in mijn achterhoofd ook de wetenschap dat ik straks misschien uren naar een leeg buitenverblijf kan staan turen op zoek naar een zwarte beer met witte vlekken of een witte beer met zwarte vlekken, besluiten we mee te gaan in de manie. 

Als ik mopperend in mezelf over de reling hang en de panda’s zoek, voel ik starende blikken. Vragend kijkt iedereen me aan. Ze wijzen me een panda aan. Ja, die zie ik ook wel, maar waar is die andere panda?

En wat schept mijn verbazing, die twee zitten dus apart. Ik ben meteen gebiologeerd door dit mysterie en gelukkig hebben we besloten om meteen bij de lieftallige zwart-witte beren te gaan kijken. Kan de vraag me lekker de hele dag bezig houden. En op dit tijdstip zijn de verzorgers nog niet wakker dus ik kan het ook niet vragen. Het bijkomstige voordeel van al vroeg de panda’s bezoeken is dat we het later op de dag nog eens kunnen proberen een glimp op te vangen. En nog eens, en nog eens en…

Met groot bombarie is het stel naar Nederland gehaald. In een boemeltreintje zijn ze door Schiphol gereden om ze te showen en nu blijkt dat ze gescheiden leven en tevens heel schuw zijn. Ik loop de rest van de dag gedesillusioneerd rond. 

Als we later die dag de academie binnenlopen van het park, vinden we een gids die ons het antwoord van het mysterie kan verschaffen. 

De panda’s zijn een mannetje en een vrouwtje, een koppeltje dus. Wu Wen is het vrouwtje legt hij ons uit. En, zo illustreert hij prachtig, dat is makkelijk te onthouden. Met getuite lippen stamelt hij:”wwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwu Wen met de w van wijfje.” Ho, ho, rustig maar meneer! Ik dacht even dat de beste man een hartaanval kreeg of zich in ademnood bevond. Ik stond al klaar om de Heimlich manoeuvre toe te passen. Ik ken die dan feitelijk gezien niet echt maar ik heb genoeg afleveringen van Grey’s anatomy gezien om een redelijke poging te doen of op zijn minst zo te laten lijken. 

Het zou getuigen van een grove vorm van humor als de directeur van dit park deze beste man puur heeft geselecteerd op het feit dat hij stottert en vooral over de w valt. Dat er een camera hangt waar de directeur regelmatig op kijkt en vervolgens schaterend van zijn stoel valt. Samen met zakenrelaties. Doe mij nog maar een pandaatje, zolang het beest een naam heeft met een w. Ik stuur de beelden wel op! Of dat het een voorwaarde was van de Chinezen om de panda’s hierheen te krijgen. Jullie mogen ze hebben maar dat wil ik wel regelmatig beelden zien van een stotterende oude man die blijft steken op de w. 

“Ga jij maar in de academie uitleggen dat Wu Wen een wijfje is! Dat is het enige dat je hoeft te doen. Succes!”

“Snap je?”vraagt hij nog. “De w van Wu?” Ja, ja, die hadden we door. We hebben allemaal kennis van het alfabet, zelfs mijn vierjarige. En als je nog even in de w blijft hangen kent mijn tweejarige dochter hem aan het eind van de dag ook. 

Wu Wen blijkt namelijk een tijger te zijn in bed. Niet letterlijk natuurlijk. Dat zou eruit zien! Nee, dat overleeft Xing Ya helemaal niet. 

Maar tijdens de paartijd gaat ze los. Buiten de paartijd is ze gewoon een kenau, die Xing Ya het leven zuur maakt. Ze vecht hem letterlijk het huis uit, of om in dierentermen te blijven, het verblijf uit. Vandaar de scheiding van bamboe en bed. 

Nu snap ik Wu Wen wel. Soms irriteer ik me ook mateloos aan mijn man. Hopelijk doet iedere getrouwde vrouw dat weleens. Anders is er iets óf mis met mij óf met ons huwelijk. Ik gok in die situatie op het eerste. 

Mijn lieftallige eega heeft er namelijk een handje van om een vraag te stellen maar vervolgens het antwoord niet af te wachten. Ik ga vervolgens bevlogen een gedetailleerd antwoord uiteen zetten en na mijn gecompliceerde betoog van een half uur zegt hij dan: huh? Wat zei je?

Huh?! Huh, wat zei je?! Je wilde toch een antwoord? Hij snapt het doorgaans wel, maar heeft me niet gehoord. Dat snap ik dan weer niet. Je stelt een vraag en luistert vervolgens niet naar het antwoord?! Ga naar een audicien of leer liplezen of zo! 

Daarna volgt er wederom een betoog van mijn kant maar dan één van ‘n uur en die is niet meer bevlogen. Op zijn best is die gepassioneerd te noemen, maar ik geef eerlijk toe dat het meer neigt naar verhit of beter nog: ik schiet lichtelijk uit mijn slof. Daarna is voor mij de kous wel af en vervolgen wij vredelievend gezamenlijk onze weg. Wu Wen en Xing Ya dus blijkbaar niet. Wu Wen is standvastig. Onvergeeflijk. 

Denk niet wit, denk niet zwart, denk niet zwart-wit. Maar alleen in de kleur van je hart. Ach frank boeijen, wat een vooruitziende blik. Dit liedje komt meteen bovendrijven als ik aan de panda’s denk. Er zijn gewoon niet zoveel liedjes over panda’s. Misschien moet Wu Wen ook in de kleur van haar hart denken en niet in zwart/wit. 

[spotifyplaybutton play=”https://open.spotify.com/track/34OjTz1ttUEq2iLGxjJ5s9?si=cTDk6Ue4S6K6vsyVRfpkjg”/]

Please follow and like us:

Leave a Reply