Kijk uit! Misdiagnose recht vooruit!

Er heerste een doodse stilte die erg toepasselijk was voor dit instituut. We liepen door een doolhof aan gangen waarin onze voetstappen weergalmden. Lange gangen met hoge plafonds. Deze lange gangen voerde ons door een soort oud en immens klooster. Ik kon haast de nonnen en monniken zien lopen die ooit door deze zelfde gangen moeten hebben gedoold. 

Na een wandeling van een half uur waren we waar we zijn moesten, de wachtkamer. Alles hier was ingericht op doodse stilte. De leesboekjes, de posters en de informatiefolders. Hoe alle behandelaars heten in gebarentaal kon je in een mapje aan de muur opzoeken. 

En we waren al via de verkeerde kant binnen gekomen. We hadden de auto bij de woongroepen geparkeerd omdat de bewegwijzering mij niet helemaal duidelijk was. 

Woongroepen vind ik altijd ietwat deprimerend. Een ander ziet misschien de functie hiervan voornamelijk in maar ik zie toch vaak ontheemde jongeren die buiten de veilige haven van thuis opgroeien. In dit geval dove of slechthorende kinderen. Terwijl ik met flinke pas langs de omheinde tuin probeerde te benen met een treuzelende dochter achter mij aan, was ik vooral bezig niet te denken aan de mogelijkheid dat mijn dochter misschien wel slechthorend zou kunnen zijn. Nee carola, hier komen niet alleen maar dove kinderen voor behandeling of diagnose! Ik hamer het idee met brute kracht in mijn hersenen. 

We zijn hier, gehuld in de stilte die deze plek omarmt heeft, omdat onze babbelende dochter slecht verstaanbaar is. Ze praat in wat nog het meest lijkt op Chinees en pogingen van onze kant om deze taal meester te worden zijn nog onvoldoende gebleken. Dit weet ze dondersgoed en angstvallig houdt ze haar mond als ze weet dat jij haar niet gaat verstaan.

Vanuit de wachtkamer valt vooral de stilte weer op die dit pand zo eigen lijkt te maken. Zelfs ik ga geloven dat ik doof ben als mijn man even niet tegen mij praat. Zou bij hem hetzelfde door zijn hoofd spelen? Ik kijk hem aan terwijl hij met onze dochter een kleurplaat aan het inkleuren is. 

We werden geroepen. Eindelijk geluid! Een lieve dame stelde zich voor en nam ons mee naar een ruimte naast de wachtkamer. Ik was al ontmoedig geraakt door het hele zwijgende gebouw zelf maar nu voelde ik bijna zelf een weigering om deze ruimte te betreden. Want deze ruimte werd afgesloten door twee hele dikke kluisdeuren. Er heerste al geen geluid in dit gebouw maar hier mocht echt geen enkele trilling binnendringen. Tijd voor een gehoortest. 

Nu is mijn dochter op zijn zachts gezegd een argwanend typje. De kluisdeuren hielpen hier niet echt aan. En ze weet ook al lang dat op mama’s schoot mogen zitten niet altijd de pijn verzacht. De test werd uitgelegd aan mijn dochter aan de hand van poppetjes die in een bak mochten verdwijnen als ze een piepje had gehoord. Dit mocht ze eerst oefenen zonder koptelefoon, maar daarna werd de koptelefoon op haar hoofd gezet. De test was dubieus en de tester had dit door. Mijn dochter zag namelijk dat vlak voordat ze een poppetje in het bakje moest doen, de dame van de gehoortest iets op een toetsenbord deed en ging aan de hand van die handeling poppetjes in het bakje doen ook als er nog geen geluidje was geweest. Terwijl ze een poppetje in het bakje wilde doen, hoorde ze ineens een geluidje. Het poppetje ging weer naar de startpositie om vandaar uit toch weer in de bak te belanden. Het veroorzaakte twijfel. Er werd een andere test gedaan, dezelfde als de test die baby’s krijgen vlak naar de geboorte en die was negatief. Kortom, we mogen over 4 maanden weer terug. Ik kan niet wachten.

Gek genoeg had ik op dit punt weer een beetje hoop gekregen. De tester had namelijk door dat mijn dochter andere dingen deed, anders met de gegeven informatie omgaat en vaart op een sterk observatievermogen. 

We werden weer in de wachtkamer geparkeerd in afwachting van een psycholoog. Die psycholoog en ik gaan in ieder geval geen dikke vriendinnen worden. We kunnen niet eens door één deur. Ik heb namelijk een verwachtingspatroon. Ik verwacht dat een psycholoog die aan de lopende band kinderen op hun intelligentie test om vast te stellen waarom er door het dat kind niet of nauwelijks gepraat, ook verstand heeft van intelligentie. Ik werd teleurgesteld.

We zaten aan een tafel en mijn dochter speelde wat met het speelgoed dat er stond. Af en toe wierp de psycholoog een blik over haar schouder naar mijn dochter. We hadden ook allemaal een bekertje water, behalve mijn dochter. Nu is mijn dochter een enorme zuipschuit. Ik bedenk me maar niet wat hier de gevolgen voor zijn als ze op een leeftijd komt dat ze alchohol mag consumeren want zij is het type in een keer achterover slaan. Ik heb regelmatig nachtmerries van een knappe blonde dame die met een keer slikken een hele pul bier naar binnen werkt. Badend in het zweet word ik dan wakker en om dit beeld van mijn netvlies te verdrijven doe ik oordopjes in mijn oren en luister een in het pikkedonker naar mijn favoriete muziek. Het helpt nooit.

Maar goed, ook bij de psycholoog dronk ze alle bekertjes leeg, al paste ze zich aan door steeds kleine slokjes te nemen in plaats van haar normale tactiek van één teug. Maar op een gegeven moment waren toch alle bekers leeg en vroeg papa haar wat hij nu moest drinken, nu ze zijn water op had gedronken. 

“Ga je water voor mij halen?”, vroeg hij haar. Ze keek de kamer rond en kwam een speelgoedkeukentje tegen. Ja, een kraan, maar niet een die water gaat geven. Even daarvoor had ze de afwas al denkbeeldig gedaan maar nu er echt water gevraagd werd voldeed deze dus niet. Vertwijfeld bleef ze staan. 

“Ja, ik zie hier toch een achterstand in want ze zou nu magisch moeten gaan denken om dit probleem op te lossen en dat doet ze niet.” Mijn oren klapperde. Zei die psycholoog dat nu echt?! We hadden net een gesprek over het speelgedrag van mijn kinderen en ik had moeite om uit te leggen wat er zo anders is aan hun spel. Ze ziet een achterstand omdat mijn dochter realiteit van fantasie kan onderscheiden? 

Even later gaat ze zich actief met mijn dochter bemoeien, die op de speelmat een rijtje auto’s heeft uitgestald. De kleine personenauto’s heeft ze apart gezet van de bijzondere voertuigen als een kiepwagen en een ambulance. Naast haar staat een bak waar nog meer auto’s in liggen. De beste dame gaat naast haar zitten. “Zullen we ALLE AUTO’S GAAN OPRUIMEN?”, roept ze overdreven articulerend naar mijn dochter. De haren in mijn nek gaan overeind staan. Ze is geen achterlijke! En blijkbaar hoort ze volgens jullie test prima. Als ze doof zou zijn zou je er beter aan doen om haar aan te tikken zodat ze je aankijkt in plaats van heel hard te gaan praten. Mijn dochter besluit mee te gaan in het verzoek ook al vindt ze die maar raar. Braaf begint ze alle auto’s uit de bak bij de auto’s op de mat te leggen. De psycholoog werpt ons een meelevende blik toe. Zo een die zegt: “ik leef met jullie mee hoor! Zo zwaar om een kind dat niets snapt op te voeden.”

Ik werp die blik terug en weet op dat moment dat zij ons niet kunnen helpen. Haar scheidingslijn tussen realiteit en fictie zal worden gezien als achterstand, haar wiebelen uit verveling zal geïnterpreteerd worden als autisme evenals haar fladderen met haar handen uit enthousiasme en haar onwil om te praten als ze verwacht niet begrepen te worden zal opgepikt worden als onkunde.

Nadat alle auto’s uit de bak zijn, begint mijn dochter braaf aan haar opdracht om ALLE auto’s op te ruimen. Als ze klaar is staat ze op en komt achter mij staan. “Deze mevrouw snap ik niet zo goed hoor, mama”, zegt ze me met haar blik. 

Maar de absolute dooddoener in ons hele gesprek had allang plaatsgevonden. 

We moesten bijzonderheden melden op het intakeformulier en daar had ik braaf ingevuld dat haar broer en moeder hoogbegaafd zijn want daarmee stijgt haar kans aanzienlijk om dit zelf ook te zijn. Van die 2% van de gehele bevolking is haar kans enorm groot geworden. En ik heb geleerd dat je beter iemand kan overschatten dan onderschatten wil je het onderste uit de kan halen.  

“En hoe moeten we daar rekening mee houden in haar intelligentieonderzoek?” Gaat ze me dit serieus vragen? En gaat ze dat van me aannemen met 10 jaar universitaire studie aan haar broek? 

“Het moet niet te makkelijk zijn want dan haakt ze snel af”, probeer ik nog. “Het wordt vanzelf moeilijker hoor”, zegt ze grinnikend, er vanuit gaande dat ik hiermee gerust gesteld ben. 

“Hoogbegaafdheid is ook geen aandoening”, zegt ze er nog achteraan terwijl ze wat op haar papieren krabbelt. En toen was ik er klaar mee. 

Nee gelukkig niet! Ik ben ook niet op zoek naar een aandoening, voor mij hoeft ze geen intelligentietest. Ik ben op zoek naar hulp, zodat ze zich goed leert uiten.

Ik ben met gierende banden naar huis gereden, niet wetende hoe ik daar zo snel mogelijk weg moest komen. Niemand durfde nu meer te praten. 

[spotifyplaybutton play=”https://open.spotify.com/track/0MaUkkAY8As9h2yHHrXmSu?si=x8b_BHc8REOMQv2nS6q82g”/]

Please follow and like us: