De grens van angst

Het water viel als een warme regen over ons heen en het ruisen van onze kunstmatige waterval bracht zijn hoofd tot stilstand. 

Er had een overload plaatsgevonden in zijn computer die aangewakkerd was door te veel prikkels en nu aan kracht won door angst. Huilend stond hij midden in de nacht boven aan de trap. De angst voor overgeven had hem overgenomen. Hij was wakker geworden met buikpijn en dacht nu dat overgeven daarop volgde. En dat vindt hij vreselijk. 

Of hij onder de douche mocht, vroeg hij. Het beste idee wat hij die dag had geopperd. Hij weet dat zijn grens voor nu bereikt is en hoe hij zichzelf moet stoppen. 

Dus daar staat hij, in mijn armen, onder de douche en midden in de nacht. Toen hij wat gekalmeerd was en de angst was weggeëbd, legde ik uit wat er die dag was gebeurd, wat hij nu voelde en wat er niet was gebeurd. Hij had een drukke dag gehad gevuld met pepernoten, snoepjes, visite, cadeaus en een heerlijk avondmaal. Alles wat hij leuk vindt. Hij had zich aan alles te goed gedaan en ‘s avonds had dat al tot een uitbarsting van al die spanning geleid. Dat moest eruit en hij heeft alles eruit gehuild, gepraat en gelachen. Maar al die spanning en angst gaven nu midden in de nacht een beetje buikpijn. Buikpijn die niet altijd tot overgeven leidt maar waarvan hij sinds kort wel overtuigd is. Buikpijn waarvan hij nu niet hoefde over te geven. 

Maat leren houden als je het liefste alles in je opneemt is moeilijk en dat gaat niet zonder slag of stoot. 

Zijn zusje is er van nature beter in en kiest zorgvuldig uit wat wel en wat niet. Ze stopt automatisch en geeft duidelijk haar grens aan. “Pak jij de rest van de cadeaus maar uit mama, ik zit aan mijn taks”, zie je haar denken terwijl ze haar nog ingepakte cadeaus aan mij overhandigt. Onverplaatsbaar in haar grens blijft ze staan, ze raakt geen cadeau meer aan en gaat op zoek naar een boek. 

De douche gaat uit op zijn verzoek en hij kruipt bij ons in bed. 

‘s Morgens sluip ik uit bed en tref de woonkamer aan in de staat waarin hij is achtergelaten. De kamer is overgenomen door dozen. Ik bedoel dan niet een verzameling niet zo slimme vrouwen, maar dozen vol speelgoed. Dozen vol angst, dozen vol grenzen. 

Het begon de avond ervoor met twee stralende ogen die vol blijdschap waren toen hij het cadeaupapier eraf scheurde:”Deze stond op mijn lijst!” 

Trots zette hij zijn hoed op. Hij gooide de rugzak met de vakjes voorop op zijn rug en verdween bijna helemaal. De Gizmo ging om zijn arm en hij was er helemaal klaar voor! 

Zijn cadeau was goed gevallen. Alle cadeaus wel, want hij kon haast niet kiezen. De Lego trein, zijn Andy outfit of de wandelende dino, het was allemaal te leuk en hij wilde het liefst met zijn Andy-hoed op, zijn Lego trein maken terwijl de wandelende dino geduldig bleef staan kijken naar hoe hij dit fixte. Onderwijl zou de groene slijm uit het potje dan tussen zijn vingers door glibberen waarna de geduldige dino dan op de vlucht moest slaan voor de uitbarstende vulkaan uit het experimenteer-pakket. En dat allemaal terwijl wij aan dezelfde tafel gezellig gourmetten. En dan stiekem had hij het liefst dat ik tijdens het eten ook even de boeken voorlas die hij gekregen had maar dat durfde hij niet te vragen. 

Zo zag het er vast uit in zijn hoofd en aanstalten had hij al gemaakt. De Andy hoed paste perfect op zijn vierjarige hoofd en de rugzak was te groot voor zijn rug. Dat was veilig, daar hoefde hij niets voor te kunnen behalve rondrennen en roepen: “Ik maak tijd”. 

Het was die grote doos Lego, die was angstaanjagend. Alsof hij vlijmscherpe tanden had die hem aan stukken zou rijten. Waarom had hij die in godsnaam op zijn lijstje gezet? Hij zag nu ook wel op de doos staan dat je 6-12 moest zijn en hij is vier. Net zoals hij best weet dat mama alle cadeaus koopt die ‘Sinterklaas’ geeft. Hij is niet gek en ziet mama heus wel geheimzinnig door het huis trippeltrappelen. Maar hij zegt niets over de leeftijd op de doos, net zoals er niet gesproken wordt over wie Sinterklaas nu echt is. 

En dat angstaanjagende zorgde vandaag voor het terugkrabbelende:”Dat kan ik nooit!”

Het eindigde met een moeizaam opzoeken van zijn grenzen en die van zijn angsten. 

Hoe moeilijk het ook is om hem te zien worstelen, hij moet hierdoor heen. Hij moet soms in zo’n situatie komen. Hij moet zijn eigen grenzen leren zien en aangeven, maar vooral de grens van zijn angst. Zodat zijn angst hem niet begrenst maar hij  zijn angsten begrenst. 

Want die angstaanjagende grote doos Lego die hij nooit zelf in elkaar kon zetten, bleek te bestaan uit behapbare kleine stukjes. Een monster dat eigenlijk niet zo eng is.

Als jij je eigen grens overgaat, dan breekt het je af. Maar als je de grens van jouw angst overgaat, bouwt het je op. 

[spotifyplaybutton play=”https://open.spotify.com/track/17bpxYmEJLHVdptkxtjHbh?si=Ri4_kS0yRKGvoFbyT3uOlg”/]

Please follow and like us:

Leave a Reply