Bossche bol

Sinds kort werk ik weer thuis. Nou ja thuis, ik werk weer in mijn geboortestad, en dat voelt als thuis. 

Ik moet zeggen dat het na tien jaar wel weer even wennen is als er een dame in de behandelstoel zit, ik met mijn rug naar haar toe sta terwijl ik alles in gereedheid breng om de behandeling te starten en dan met het vertrouwde dialect en haast hetzelfde stemgeluid als mijn eigen moeder haar hoor vragen: “Wa gade gij nou as urste doen?” 

De eerste paar keer hief ik verbaasd mijn hoofd op. Thuis ben ik onderhand wel gewend aan het Bossche dialect dat mijn moeder aan mijn zoon doorgeeft. Regelmatig lig ik in een deuk als ik mijn moeder via hem hoor praten. Mijn zoon gaat geen boodschappen doen maar bôdschappe. Hij is niet bewusteloos ( gelukkig ook nog nooit geweest) maar bewustelôs. “D’n deese doe ik as urste”, is ook een gevleugelde uitspraak waarbij ik mijn gezicht niet in een plooi kan houden. En als zijn plan dan iets heel anders behelst dan mijn plan heb je de discussie die mijn plan kracht moet bijzetten bij voorbaat al verloren als je over de grond rolt van het lachen. 

Maar mijn geboortestad is niet alleen gevuld met Bossche kuukskes die niet alleen klinken als ons mam, maar ook zusters lijken te zijn.

Er lopen ook genoeg mensen rond die niet inheems zijn aan Den Bosch en ook die belanden soms in mijn stoel. 

Zo ook de Turkse meneer die ik van de week behandelde. Er ontstond een grappig gesprek over afkomst. Want de meneer merkte op:” Jij komt hier niet vandaan, of wel?”, en doelde op mijn ontbrekende Bosche dialect. Je hoort aan mijn zachte g wel dat ik uit Brabant kom, maar toegegeven, als een Bosschenaar klink ik niet. Ik strooi niet met ‘preut’, ‘koekwaus’ of ‘wanne klets’. 

Nu vond ik zo’n opmerking uit de mond van een uitheemse Nederlander over het niet inheems zijn aan Den Bosch ronduit grappig. Ik zei hem dat ik hier wel degelijk geboren en getogen ben. Hij keek me verbaasd aan en wilde gelijk alles van me weten. Waar had ik allemaal gewoond in Den Bosch en waar in deze stad was ik geboren? En mijn ouders dan? Kwamen die ook hiervandaan? Ik vertelde hem rustig waar ik geboren ben en waar ik gewoond had, waar de roots van mijn ouders liggen. En ik vroeg hem naar zijn roots. 

Het antwoord was ronduit grappig, wederom. Deze meneer is een soort Turkse Youp van ‘t Hek en hij heeft het niet eens door. Want hij vertelde waar hij allemaal in Den Bosch had gewoond, maar niet waar hij geboren was. Dat vertelde hij me allemaal in een voor mij vreemde taal die vertaalt moest worden door zijn zoon. Dit alles is te dubbelzinnig voor mij en dan ga ik denken. Waarom vertelt hij niet waar hij is geboren? Waarom praat hij in mijn bijzijn nog steeds in zijn moedertaal? Hij heeft al overal in Den Bosch gewoond dus hij is hier al lang genoeg om onze taal machtig te zijn geworden. Het lijkt mij niet meer dan handig om om jezelf te kunnen redden in het land waar je woont, dan ook de taal machtig te zijn. 

Is het trots wat hem weerhoudt om Nederlands te praten, trots op zijn afkomst? Of was hij al te oud om het nog te leren toen hij deze kant opkwam, net zoals mijn oma niet meer met de huidige televisies overweg kan en nu nog maar naar één zender kijkt? Of angst, dat hij het verkeerd uitspreekt en vûr gek stoat? Dat ik dan zeg: “Ik verstaai oe nie. Proat es wa duidelijker, verrekten koekwaus” of “Wè zèdde gij?”

Hij bracht het alsof het de normaalste zaak van de wereld was.  Alsof ik niet hoorde dat hij Turks sprak. Alsof ik zijn uiterlijk niet zag. Alsof hij incognito was en zijn afkomst probeerde te verhullen. Want duidelijk is dat deze meneer zijn oorsprong niet in Nederland heeft. En het is mij onduidelijk waarom hij juist dat stuk weglaat. Ofwel wij, als Bosschenaren, zijn heel goed in het welkom laten voelen, zo erg dat deze meneer spontaan zijn afkomst vergeet. Of hij durft niet te zeggen waar hij echt zijn roots heeft liggen. 

Ik ben geneigd dat laatste te geloven. Ik zal hem de volgende keer eens vragen waar hij geboren is. Mijn aanpassingsvermogen dwingt me haast om dit in zijn moedertaal te vragen maar mijn trots voor mijn afkomst overwint. Ik vraag het hem de volgende keer in het Nederlands, met een zachte g. Een combinatie van aanpassen met trots. 

[spotifyplaybutton play=”https://open.spotify.com/track/0p6GeAWS4VCZddxNbBtEss?si=lRP0fc51R8aBRxdSqFZf_A”/]

Please follow and like us:

Leave a Reply